Home                       Blog                      Pictures                        

Welkom op de blog van mijn vrijwilligersproject in Dehradun, Indië

8 jan 2008

Beetje Vanalles

Dehradun, 7 januari 08

Om te beginnen, een gelukkig nieuwjaar aan iedereen die dit leest. En een zalige late kerstmis. De vorige keer dat ik in ’t stad was lag de internetvoorziening plat, zodoende is het alweer meer dan twee weken (of is het al drie?) geleden sinds ik laatst iets toegevoegd heb. En vandaar dat het meteen een lange brok is.

Van kerstmis gesproken, in België ben ik geen zo’n grote fan van het hele gebeuren, maar ik had wel gedacht dat ik het hier toch een beetje meer zou missen. Ik was echter al zo ongeveer vergeten dat er zoiets als kerstmis bestaat toen een zeldzame Indische protestantse bezoekster mij er de dag voordien op moest wijzen dat de hoogdag der hoogdagen er zat aan te komen. Oh heiligschennis! Ik heb het rustig verder genegeerd, zoals mijn Hindi collega’s.

Ik ben onvermijdelijk genoeg al een paar keer gevraagd naar “wie mijn god is”. Ik weet dan niet goed of ik iemand ga beledigen indien ik zeg dat ik er geen heb, dus houd ik het meestal op het ontwijkende “ik ben katholiek opgevoed”. Laatst echter troonde Shiv Chander, de jonge boer met het gouden hart die mij regelmatig op impromptu Bollywood-dansdemonstraties trakteert, mij mee naar zijn kamer waar hij een klein schrijntje heeft waar er onder andere een oude ‘voter registration card’ in staat die toebehoorde aan zijn moeder, die overleden is toen hij nog erg jong was (“my mother, my god”, met een grote glimlach, naar boven wijzend). Daarna legde hij me uit wie er nog allemaal staan, bijvoorbeeld Ganesh, Lakshmi en Shiva. Toen hij vervolgens vroeg wie mijn god is, zei ik “geen god” (“nahi God”). En hij: “God of the hart!”.

Foto kamer Shiv. (ps: Op de achtergrond zie je nog net de voeten van Prakash, de nachtwaker die de velden beschermt tegen de destructieve nachtelijke bezoekjes van wilde varkens, onder de lakens piepen. Ik kan me wel wat voorstellen wat hij van onze ochtelijke inval in hun kamer vond, maar Shiv leek het geen issue te vinden dat de arme mens schaapjes (of wilde varkens?) lag te tellen.)

Die protestantse bezoekster waar ik het over had maakte deel uit van een bezoekende groep leraressen in opleiding van Lady Sri Ram’s College in Delhi. Af en toe komen hier schoolgroepen op educatieve uitstap, en dan krijgen ze onder andere deskundige lessen over biologische landbouw van de van een vriendelijk en rustig gemoed voorziene dr. Vinod Bhatt, die ook mijn EVS-mentor is. Ze krijgen dan ook een rondleiding op de boerderij, waarvoor ook ondergetekende ingeschakeld wordt wanneer het in het engels mag zijn, en er volgen praktische sessies over zaken zoals de bereiding van biopesticiden, compost en plantaardige geneesmiddelen. ’s Avonds krijgen ze films te zien die door Navdanya gemaakt zijn, bv. over de gevaren van pesticiden (bleek nogal confronterend voor de meesten onder hen). En… er wordt heel feestelijk gekookt door Premji (“Prem” betekent “Liefde”, en “Ji” is een achtervoegsel dat op respect duidt) en zijn bevallige assistente Komal, en wij smullen natuurlijk dankbaar mee.

Foto LSR en dr Bhatt

Niet dat er anders niet lekker gekookt wordt, al is het wel redelijk repetitief, de immer winnende combinatie is: rijst; bonen/linzen, chapati en wat groenten (meestal aardappelen -die hier als ‘groenten’ beschouwd worden zoals pakweg broccoli bij ons- en radijs).
Naar Indische maatstaven is dat een zeer goede maaltijd, een bijzonder groot deel van de plattelandsbevolking lijdt immers aan chronische bloedarmoede tengevolge van een gebrekkig dieet, dat zich vaak beperkt tot niet meer dan wat rijst en chapati. Dat is dan ook vaak het enige wat de boeren groeien: rijst en tarwe (die in grote hoeveelheden geëxporteerd worden of opgekocht door de overheid voor buffer opslag), of een zogenaamde cashcrop zoals katoen of suikerriet. Die worden dan verkocht, maar de opbrengst is vaak zeer laag, soms lager dan de kosten die ze gemaakt hebben in de aankoop van zaden, kunstmest en pesticiden, zodat er geen geld beschikbaar is voor de aankoop van voedsel dat voor een voedzaam dieet kan zorgen zoals groenten (die ondertussen heel erg duur geworden zijn). Daarom probeert Navdanya de boeren te stimuleren om biologisch te boeren: met zelfgewonnen biologische bestrijdingsmiddelen, door het onder elkaar uitwisselen van zelf gewonnen zaad, met zelf gemaakte compost. En, om biodivers te boeren, zodat het gezin meer te eten heeft dan enkel granen.

Het winterseizoen is niet zo lang geleden begonnen, op de boerderij komt de tarwe (meer dan veertig variëteiten worden hier geconserveerd) net uit de grond piepen, de mosterdplanten daarentegen zijn volgroeid en worden momenteel volop geoogst. Laatst bracht ik samen met Shiv en Sheila Didi de middag door met het oogsten van de mosterdzaadjes, waar later mosterdolie van geperst zal worden die gebruikt wordt om te koken. Dat gaat als volgt: nadat de planten van het veld gehaald waren, werden ze op een groot stenen platform uitgespreid om ze in de zon te laten drogen. In de winter is het hier erg droog en zonnig, dus dat gaat redelijk snel. Terwijl ze droogden, kwamen de zaadjes los uit hun omhulsel. De plantresten hebben we dan laatst zo goed mogelijk opgeveegd (die komen later in de compost of worden aan de koeien gevoerd), en met wat over bleef, zijn we aan het “osaii” gegaan (ik ken het nederlandse woord niet). Dat wil zeggen, de zaadjes en alle andere opgedroogde plantrestjes die er nog tussenzitten liet Sheila vanop anderhalve meter hoog voorzichtig vallen terwijl er een minder motorisch begaafd iemand (bibi) achter stond en aan een groot propeller/ventilatorachtig machien draaide dat wind maakt zodat de plantrestjes wegwaaien en de zaadjes mooi gesorteerd op de grond vallen. Goed voor de armspieren, kan ik je verzekeren!

Vorige week heb ik ook voor het eerst samen met Jeet Pal - de joviale kruidenboer en specialist in Gharwali liederen en volksdansen die deze onbeholpen westerling zo een beetje onder zijn persoonlijke hoede heeft genomen - en Sunil – zijn maatje die ook uit de Gharwal Himalayas afkomstig en die weinig engels kent maar communiceert met behulp van fronsen en knipoogjes – geploegd! Enfin, Jeet Pal en Sunil hebben geploegd (’t is ongelooflijk hoe goed de ossen naar hun commando’s luisteren), en ik heb gediend als ballast om de ploeg en de balk die de grond effent wat extra gewicht te geven. Ik ken mijn plaats, nietwaar! Het betrof Jeet’s kruidenveld waar we voordien de uitgebloeide rode hibiscus (daar wordt een kruidenthee van gebrouwen) van geoogst hadden, en waar binnenkort kamille (ook voor thee) in verplant zal worden. De bloembodems van de hibiscus worden nu te drogen gelegd, ik ben benieuwd naar hoe de thee zal smaken.

Foto Sunil aan het irrigeren

Jeet Pal (zijn naam kan je letterlijk vertalen als “volgehouden overwinning”) is afkomstig uit de bergen, waar zijn gezin samen met zijn schoonmoeder nog steeds woont, en hij herinnert er mij regelmatig aan hoe mooi het er niet is (en dat het er koud kan zijn, “today it’s snowing in mountains I think!”). Een aantal weken terug is zijn tweede zoontje geboren, hij kon er echter niet bij zijn en hij heeft nog steeds zijn nieuwgeboren zoon niet kunnen zien! Hopelijk krijgt hij snel vrijaf en kan hij zijn gezin gaan bezoeken, maar Kuldip, de personeelschef doet moeilijk en laat hem niet graag gaan omdat Jeet goed engels spreekt en daarom altijd van hem verwacht wordt dat hij present is wanneer er buitenlandse bezoekers en seminaristen op de boerderij verblijven. Hij vertelt me vaak dat hij slecht slaapt omdat zijn gedachten steeds bij zijn gezin zijn. Hij laat zijn gemoed echter niet zakken, probeert goedgeluimd te blijven, neemt nog steeds absurd lange aanlopen bij het bowlen wanneer we cricket spelen en zingt lustig zijn geliefde Gharwali klassiekers.

Foto Jeet Pal en (een deel van) de bende van Navdanya

Af en toe gaat hij op bezoek bij de families van Navdanya-collega’s die dichtbij wonen, om zich te goed te doen aan de gloed van het warme Indische familieleven. En hij is zo goed mij mee te nemen. Zo ben ik al op bezoek geweest bij de familie van Premji (die een zoon heeft die ‘ook’ Dinesh heet en ver weg in de Punjab in een textielfabriek werkt), van Komal en laatst ook die van Poonam, waar we zelfs een nachtje zijn blijven logeren. Poonam – de bibliothecaresse - woont samen met haar grootmoeder – een prachtige gerimpelde oude vrouw met echte kwajongensogen die ze met haar kleindochter deelt -, haar vader - oud-ingenieur in het Indische leger -, haar moeder – trouw Navdanya-lid -, haar jongere zus en broer in Ganeshpur, een paar kilometer van de boerderij. Het was schoolvakantie, en daarom was ook één van haar oudere zussen (ze heeft maar liefst vier zussen, één ervan runt een bio-café in Nieuw-Zeeland) op bezoek, samen met haar drie schattige en drieste kinderen, die ons onder andere getrakteerd hebben op een geïmproviseerde dansvoorstelling. De kleinste, Sunila, gaat nog niet naar school, maar demonstreerde al wel dat ze die oude Indische uitvinding, het getal nul, al helemaal onder de knie heeft door haar handen (en de mijne) helemaal vol te kladderen met rondjes, onderwijl declamerend: “zero, zero, zero,…” Sunila’s troetelnaam is Bata (“kleintje”) en is diegene van de jongste generatie die de familietrek van de kwajongensogen verderzet. Nadien werden de fotoalbums opgeduikeld en hebben we allemaal samen de familiegeschiedenis zitten doorsnuisteren. Een heel belangrijk hoofdstuk betrof die ene keer dat de moeder van Poonam naar het buitenland, Italië, is gereisd. Ze ging met een delegatie van Navdanya naar Terra Madre, een festival van de Slow Food Movement. Ik voel soms wat schroom om te vertellen waar ik overal in de wereld al het geluk heb gehad om naar toe te reizen. Voor iemand uit Indië is zoiets héél wat minder vanzelfsprekend, ik mag, ondermeer wat dat betreft, echt van geluk spreken. Na de foto’s volgde de lekkere en heel hete maaltijd. Ik ben ondertussen al redelijk gewend aan de hoeveelheid pepers die aan de doorsnee maaltijd worden toegevoegd, behalve dan wanneer er een zaadje vast komt te zitten in mijn keel en mijn ogen haast uit hun kassen springen! Ik moet enkel nog wat wennen aan het feit dat in Indië de gasten eerst geserveerd worden wanneer het etenstijd is en de familie pas achteraf eet. Ik denk dat ik onze manier, allemaal samen aan de maaltijd, toch maar de voorkeur geef. Maar het was een heel fijne avond, bij heel fijne mensen.

Toen ik rond nieuwjaar een zware verkoudheid had (waarmee ik zowat iedereen heb aangestoken, behalve Jeet, die beweert dat hij kan voelen aankomen wanneer hij een verkoudheid gaat krijgen en dan preventieve middeltjes neemt), gaf hij me een zwartkleurig kruidenbrouwsel dat uiterst afgrijselijk smaakt: ik verdenk hem er van het heel grappig te hebben gevonden om mijn gezicht te zien vertrekken. Maar ik denk dat het geholpen heeft, mijn verkoudheid is in ieder geval sneller op weg te verdwijnen dan die van Poonam die het zwarte spul niet binnen krijgt en nog steeds loopt te kuchen en snotteren. Ondertussen heeft hij me ook een mengseltje van gemalen zaden gegeven waarvan ik elke ochtend een lepel tot me neem, en waarvan Jeet beweert dat het me gezond zal helpen houden.

Laatst was er hier op de boerderij een ‘coördinator’s meeting’: uit alle windstreken waren de coördinatoren van Navdanya naar de boerderij afgezakt om hun werk in de lokale gemeenschappen te bespreken met Vinod Bhatt, Negi (hoofd van de coördinatoren) en Vandana Shiva. ’t Was allemaal in het (razend snel) Hindi, dus ik heb er niet veel van verstaan, maar ik heb wel meteen twee uitnodigingen gekregen om op bezoek te gaan, ééntje van een coördinator in Har Ki Duun, in de bergen van Uttarakhand, en één van een aanstaande coördinator uit Bihar. Ik had al stiekem gehoopt om naar die twee plekken te gaan (Har Ki Duun schijnt fantastisch wandelgebied te zijn en in Bihar bevindt zich Bodh Gaya, een boeddhistisch heiligdom), dus dankuwel, o voorzienigheid!


Ondertussen heb ik ook eens samengezeten met Vandana Shiva, de stichtster van Navdanya en bekend/berucht activiste, en mijn mentor Vinod Bhatt omtrent wat ik hier het komende jaar nog meer ga uitspoken. Vandana toonde heel wat interesse in het idee van arbeidszorg in combinatie met biologische landbouw die in de Lochting in Izegem bedreven wordt. We gaan onderzoeken of we een gelijkaardig initiatief kunnen opstarten op de boerderij van Navdanya, geïnspireerd op het Belgische voorbeeld. Vinod gaat op zoek gaan naar mogelijke partnerorganisaties met geschikte deelnemers, en dan gaan we ze contacteren en ga ik bij hen de zaak bepleiten. En als er interesse is, kunnen we verder. Daarnaast ga ik ook een databank samenstellen van alle plantvariëteiten in de zaadbank. In de zaadbank worden meer dan 400 variëteiten rijst, meer dan 50 variëteiten tarwe en nog veel meer, van amarant tot zoete aardappelen, geconserveerd. Navdanya gaat actief op zoek bij kleine boeren naar traditionele plantvariëteiten om ze op de velden van de boerderij te conserveren en ze gratis te verspreiden, met als doel het agriculturele erfgoed in leven te houden. Op dit moment wordt alles op papier bijgehouden, maar dat kan natuurlijk efficiënter op de computer. Tenslotte ga ik ook samen met Vinod meewerken aan de nieuwe editie van de Navdanya-publicatie ‘Principles of Organic Farming’, die ook als lesmateriaal gebruikt wordt. In eerste instantie om het engels taalgebruik en de organisatie van de tekst te verbeteren, en ze gaan misschien ook nieuwe hoofdstukken toevoegen. Vandana Shiva zei dat ze graag een nieuw hoofdstuk zou hebben over de impact van het klimaat op de landbouw en over hoe de boeren zich (kunnen) aanpassen aan de op sommige plekken reeds snel veranderende klimatologische omstandigheden. Het zou in ieder geval heel leerrijk zijn om daar aan te mogen mee werken en een bescheiden bijdrage te leveren. En daarnaast ga ik natuurlijk ‘gewoon’ mee boeren hier op de boerderij, waar ik echt van geniet.

Foto Vandana en Samdung Rinpoche

Om af te sluiten, sinds een paar dagen heb ik gemerkt dat er een kleine uil zich regelmatig vlakbij mijn kamer vertoont. Het is een South Asian Barred Owlet, voor de ornithologen onder u. Ik zag zo’n South Asian Barred Owlet voor het eerst een week geleden tijdens een avondlijke wandeling aan de rand van het bos. En sindsdien zit er elke dag zo’n uiltje in bomen vlakbij mijn kamer. Het is een koddig en ik denk jong dier, laatst zag ik hem uit de jackfruitboom vallen, pardaf op de grond. Hij (of zij) scharrelde zichzelf haastig bijeen en fladderde snel weg (hij doet een beetje denken aan obese vleermuis wanneer hij vliegt, met een snelle vleugelslag, slalommend door de overdekte wandelgangen). Ik vraag me af of het dezelfde uil is die ik bij het bos zag, ik mag me graag inbeelden dat hij me gevolgd is naar de boerderij. Ik zal u op de hoogte houden of hij het hier aangenaam blijft vinden.

Foto Mijn Kamer, ongekuiste versie ;-)