Home                       Blog                      Pictures                        

Welkom op de blog van mijn vrijwilligersproject in Dehradun, Indië

10 dec 2007

Delhi bijzonderheden

Hey allemaal,

Ik zit terug even in Delhi voor een nieuw rondje sparren met de papiervreters van het immigratiebureau. Ik ga niet te veel meer schrijven, gewoon wat willekeurige dingen uit Delhi:

-Jongens die petanque spelen met hun mobiele telefoons.
-Een dertig meter hoog apengodbeeld (oh, heb ik dat al gezegd? Je zou het moeten zien).
-Een taxichauffeur die iemand aanrijdt en gewoon doorrijdt, wat blijkbaar doodnormaal is
-Boodschap in de metro van Delhi: 'please do not befriend any strangers'.
-De trein die, 2 uur in vertraging, op 100 meter van het station tot stilstand komt en daar doodleuk nog een half uurtje blijft staan.
-Een goochelaar-winkelier die vlugger dan je ogen kunnen waarnemen drie geldbriefjes in twee geldbriefjes omtovert en je met oscar-winnend gezicht meedeelt dat je te weinig betaald hebt.
-Een riksjah-wallah die je doodserieus probeert te overtuigen naar Agra te rijden, 100 km verderop, terwijl je eigenlijk slecht 100 meter verder moet zijn en je zijn diensten niet eens gevraagd hebt ('Connaught Place is closed today. Taj Mahal in Agra: centre of the world sir!').
-Trottoirs vol Nepali's die elk jaar tijdens de winter naar Delhi afzakken om warme kleren aan Indiers te verkopen.
-Een taxichauffeur die aan the great Indian novel werkt ('fucking india, all this fucking corruption').
-Nog een riksjah-wallah aan het station die je vraagt 50 roepies meer te betalen omdat hij parkeergeld moet betalen aan het station en je vervolgens doodleuk op sleeptouw neemt naar zijn voertuig dat ergens verderop in achtersteegje geparkeerd staat.
-Immigratie-ambtenaren die je vragen om ukraiense paspoorten voor hen te vertalen (blond=russisch?)
-Leurders die je komen vragen of ze je oren mogen uitkuisen, en daar zowaar gespecialiseerd materiaal voor hebben
-...

Never a dull moment in Delhi!

Foto's: Delhi

Afscheid & Aandacht

Dehradun, 3 december 07, 20 :33

Ik had beloofd om iets te schrijven over mijn afscheid uit België. In de eerste plaats een grote dankjewel aan iedereen die gekomen is naar Izegem en naar Roeselare voor jullie interesse en voor jullie steun. En niet in het minst aan Kathleen en mijn liefste mama voor hun initiatief en de tijd die ze besteed hebben in de organisatie van de feestjes in de Lochting en bij ons thuis.
Momenteel is er op de boerderij een seminarie aan de gang over de filosofie van Ghandi en bijgevolg zijn er hier een heleboel mensen aanwezig uit heel de wereld die op de een of andere manier aan activisme doen, van een Amerikaanse die in een lepra ziekenhuis in Mumbai werkt, over een Indiër die in Maharashtra probeert de zelfmoordepidemie onder de boeren in te dijken, tot en met Samdhong Rinpoche, de eerste minister van de Tibetaanse regering in ballingschap.
Wie denkt er aan dat er in het moderne Mumbai mensen zijn die aan een middeleeuwse en eenvoudig te genezen ziekte als lepra sterven? Wie denkt er aan dat in de zogenaamde katoenstreek van Indië en ook in andere regio’s boeren op een angstwekkende schaal zelfmoord plegen omwille van ondraagbare schulden? Wie denkt er aan dat een miljoen Tibetanen hun leven verloren hebben als een direct of indirect gevolg van de Chinese invasie?
Tja, ik tot voor kort niet, je voelt je klein als je dat allemaal hoort van mensen die er dag in dag uit mee bezig zijn. En elk van deze mensen zegt iets gelijkaardigs: hoe belangrijk het is om ruchtbaarheid te geven aan deze toestanden, hoe moeilijk het is om te voorkomen dat mensen hun aandacht afwenden naar een minder confronterende gedachte, en hoe ze simpelweg dankbaar zijn om aandacht te krijgen. Samdhong Rinpoche werd vandaag door iemand de vraag gesteld hoe om te gaan met hebzucht en met haar kwalijke gevolgen. Zijn antwoord was het eeuwenoude boeddhistische antwoord. De eerste stap moet steeds zijn: door er aandacht aan te schenken. Door met een geduldige geest en zonder afschuw of adoratie de hebzucht van jezelf en anderen steeds opnieuw onder de loep te nemen. Door te trachten de realiteit er van onder ogen te zien.
Daarom, nogmaals, een grote dankjewel voor jullie interesse en aandacht, ik vond het heel fijn.

Oh, en neem eens een kijkje bij de foto’s! Ik zal telkens een link zetten onder mijn stukjes naar de bijhorende fotos’s.

Foto’s: afscheid Izegem (komen (zeker) nog!), afscheid Roeselare (komen (hopelijk) nog), Samdhong Rinpoche

Welcome to Dehradun

Dehradun, 3 december 07, 21:22


Ik kwam van de nachttrein gestrompeld om half zes. Het was nog pikdonker in Dehradun en de kou was verrassend sterk, maar rond het station zwermden reeds een boel taxichauffeurs op zoek naar klanten om naar Mussoorie te rijden, het naburige vakantieoord uit de tijd toen de Raj nog in de zomers massaal naar de bergen afzakten op zoek naar een beetje verkoeling. De instructies volgend die mij gegeven waren, ging ik op de hoek van de straat staan wachten op de “number 5 auto”. Verblind door de lampen van het tegemoetkomend verkeer stond ik dus op de uitkijk naar een bus met het nummer vijf op. Een tuktuk kwam kreunend tot stilstand naast me en enkele warm ingepakte passagiers stapten op. Net voor hij ging vertrekken merkte ik op dat er op de voorruit een ‘5’ geschilderd stond. Geen bus dus, maar een groot uitgevallen tuktuk (een sumo noemen ze dat hier), die ik deelde met een oude man met Afghaanse baard en gewaden, een Tibetaans jongeman en een Indische gezinnetje. Naargelang de rit vorderde werd de tuktuk compleet volgeladen en overbeladen, om vervolgens langzaam terug leeg te lopen, tot ik als enige nog overbleef en ik op mijn eentje in de snijdend koude wind (“they say the darkest hour, is right before the dawn” hoorde ik Bob Dylan in mijn achterhoofd zingen, maar het is alleszins ook “the coldest hour”) achterbleef in de sumo. De sumo sloeg na een half uurtje rijden een aardewegje in doorheen een mangoboomgaard en ik werd afgezet aan de poort van de boerderij van Navdanya, de organisatie voor wie ik ga werken. Na wat getoeter van de taxichauffeur kwam er uit de ochtendstilte een traditioneel geklede heer (dr Harbir Singh) opgedoken die mij met gevouwen handen begroette. Hij liet me binnen en, naar goede indische gewoonte, was het eerste wat hij deed me thee aanbieden. Langzaam maar zeker sijpelden er meer en meer slaperige gezichten naar buiten, westerlingen en Indiërs, tot we met z’n allen rillend in de kou rondom de steenkoolresten van gisteravonds vuur onze handen stonden te verwarmen aan onze warme koppen terwijl we elkaar introduceerden.

En zo ben ik dus aangekomen op de plek waar ik het komende jaar veel tijd ga doorbrengen, de (diepe adem) Navdanya biodiversity conservation farm and Bija Vidyapeeth campus.

De boerderij bestaat uit vijf gebouwen. Het grootste gebouw bevat verschillende eenvoudige kamers voor seminaristen die de cursussen komen volgen die hier regelmatig gegeven worden. Toen ik toekwam was er net een seminarie aan de gang over 'ghandi and globalistion' en ik had het geluk twee boeiende mensen aan het woord te horen: Samdhong Rinpoche, de regeringsleider van de Tibetaanse regering in ballingschap, en Vandana Shiva, de oprichtster en het hoofd van Navdanya en tevens een zeer straffe madam (ze deed mij een beetje denken aan Jeanne Devos want op de een of andere manier lijkt ze op haar).
Vervolgens is er ook een kantoor, waar voornamelijk getelefoneerd, vergaderd en, niet onbelangrijk, chai (thee) met plenty of sugar & milk gedronken wordt. Er is ook een labo waar allerlei metingen gedaan kunnen worden van de bodem en de gewassen. Achteraan is er een zaadbank waar talloze inheemse en traditionele zaden geconserveerd en gestockeerd worden (door Bija Devi, de oude wijze grootmoeder naar wie de campus genoemd is en wiens naam letterlijk luidt: 'zus zaad') vooraleer ze ofwel opnieuw ter plekke geplant worden om een nieuwe generatie te winnen ofwel om uit te delen aan bioboeren.
Ten slotte, last but not least, is er de keuken, het kloppende hart van de boerderij waar Pramji aka 'the roti master' zijn magie bedrijft en iedereen 's ochtends en 's avonds rond het vuur komt samentroepen (de enige verwarming in deze centrale-verwarming-loze en in de winter behoorlijk koude plek) en waar Jeetpal, de kruidenexpert, mij impromptu lessen Hindi geeft en ik prof-op-emiritaat Singh help met het heropfrissen van zijn Duits.
Rondom de gebouwen bevinden zich natuurlijk de velden, waar de biodiversiteit gevierd wordt en er dus talloos verschillende gewassen, planten en bomen staan. Er is een boomgaard met mango, lichi, citroen, guava en waarschijnlijk nog meer lekkers dat ik nog moet ontdekken. Op de velden staan momenteel ondermeer erwten, mosterd, fenugriek, aardappelen, zoete aardappelen, linzen, en momenteel wordt het wintergraan gezaaid (de zomer is het rijstseizoen). De velden worden met indische koeien (inclusief bochel) geploegd en er is ook een apart gebouwtje voor het produceren van vermicompost. De honden houden de bezoekende wilde zwijnen (en elkaar) min of meer in bedwang, maar er staat ook een wachttoren om een oogje in het zeil te houden wanneer de heren varkens iets te gulzig dreigen te worden. Dat het op de boerderij wel ok zit met de natuur, merk je ook aan de vele vogels en zelfs aan het feit dat er twee weken geleden nog een cobra is aangetroffen!

Foto’s: boerderij, Dehradun

1 dec 2007

Ali de zingende fanaticus

Bahrein, 21:15, 28/11/07

Aangename kennismaking met Ali. Ali is een helaas licht kalende ex-drugverslaafde en -basgitarist met Indische roots. Volgens Ali was zijn band de meest succesvolle rockformatie van zijn land. Zijn land heet Maleisië, en Ali weet me te vertellen dat het voorbije jaar een eclatant succes is geweest voor de natie. Wist je dat de huidige wereldkampioenen bowlen en squash Maleisiërs zijn? Dat er een Maleisiër de ruimte ingestuurd is? Oh ja, en in Maleisië zijn er geen arme mensen. Echt. Geen.
Nadat Ali naar mijn religie geïnformeerd heeft, vraagt hij aan de stewardess of het toegestaan is om te zingen aan boord.

“God sent his son Jesus to earth and he died for us on the cross. He came to bring us salvation. Heaven is the most beautiful place in existence. Toedeloe, toedeloe,…”

“And by the way, you are the most beautiful stewardess I have ever seen”

Zie je, Ali heeft Jezus gevonden. En de geneugten van rode wijn. Ik heb hem verteld dat ik eigenlijk niet kan zeggen van ganser harte tot één enkele religie te behoren. Sindsdien benoemt hij mij “the opposition”, en bestelt hij consequent het tegenovergestelde van wat ik bestel.

“You eat chicken, I eat lamb. You drink water, I drink wine.”

Als ik hem wat later verklap dat ik op een katholieke school gezeten heb, verbeteren de zaken helaas niet. “Catholics are not christians, catholics are romans. I am a true Christian.”

“I went to Antwerp. The Jews control everything.”
Ali heeft het niet voor joden.
“The freemasons are a demonic cult, they are in direct contact with satan and his army of demons.”
Ali heeft het niet ook écht voor de vrijmetselaars.
Ali heeft een lijstje. Staan daar onder andere op: franstaligen (“ignorant”), etnische Maleisiërs (“lazy”) en zijn ex-premier (“hugely intelligent, but a fanatical nut”).

“Listen, do you have a bible?”
“I’m afraid I don’t, no.”
“Ok, listen to me very carefully. I am not trying to convert you. You don’t need to believe anything I say. But you must remember this: Russia is going to annihilate the US. It is written in the bible, the apocalypse...”
“I don’t think there is any mention of Russia and US in the bible, you see those countries didn’t...”
“Listen to me! When you hear on the news that Russia is attacking the US, then you will know that I am right. You must say these words: “father god, forgive me, take me to safety on the hill with the true christians”.

Ali was mijn buurman op het vliegtuig. En ik zat aan het venstertje. De alpen zagen er goed uit, Griekenland een beetje droog, maar niet zo heet als Saoedi-Arabië. Ali zijn hoofd tenslotte, zo kan ik enkel vermoeden, stond in lichterlaaie.


Postscript, Delhi 17:55, 29/11/2007:

Mijn slaperige ogen waren al half gesloten tijdens de vlucht van Bahrein naar Delhi toen ik de volgende aankondiging uit de intercom hoorde komen: “Because of Indian legal regulations, your flight attendants will now disperse an insecticide in the cabin. Please carefully cover your mouth and nose.” Terwijl ik mijn gezicht half in mijn pullover verborg, holden twee stewardessen volkomen synchroon en met opgeheven spuitbussen op hun hoge hakken door de gangpaden links en rechts van me, lustig spuitend. Geen biogarantie meer voor mij, I’m afraid.

Je hoort en ziet soms vreemde dingen terwijl je onderweg bent. En dan heb ik nog niet eens op de beruchte indische trein gereisd.